Democratie
Column
Gepubliceerd: 2009-05-06
door: Wouter de Heus
Wat hebben we allemaal achter de rug de afgelopen dagen aan herinneringsbijeenkomsten. Vandaag wordt de moord op Pim Fortuyn herdacht, gisteren bevrijdingsdag, eergisteren dodenherdenking, afgelopen zondag de dag van de persvrijheid. Om over de nasleep van Koninginnedag maar niet te spreken. Een bijeenkomst om stil te staan bij dat drama volgt deze vrijdag.
Voor de dag van de persvrijheid in Utrecht was de burgemeester niet uitgenodigd. Die had het druk met een roedel door hem uitgenodigde burgemeesters bij FC Utrecht - Feyenoord. Inderdaad, ook mij ontgaat daarvan het nut. Hoe dan ook, de aftrap van de dag van de persvrijheid werd gedaan door Pieter Broertjes, hoofdredacteur van de Volkskrant. Hij liet afgelopen zondag een witte duif op, op de brug voor het stadhuis. Kort memoreerde hij nog even de affaire Wolfsen. Maar dat is natuurlijk niets vergeleken met de echte noden van journalisten in landen waar het woord Democratie niet met een hoofdletter wordt geschreven. Zestig vakbroeders werden in 2008 vermoord en 152 zitten her en der in de gevangenis. Toch kan je wat mij betreft ook in Nederland best twijfelen hoe sterk de democratie werkelijk is. Zolang alle belangrijke baantjes nog steeds worden verdeeld door de politieke elite is onze democratie ernstig aan versterking toe. Wist u dat van alle Nederlanders niet meer dan 2 procent lid is van zo’n partij? Daarmee hebben de KNVB, de ANWB, de FNV en zelfs de Tros meer verankering dan welke politieke beweging ook.
In het weekeinde zag ik een bijzonder slecht gemaakte maar wel interessante mini-serie over de opkomst van het Nationaal Socialisme in Duitsland. De periode die Adolf Hitler nodig had om de macht naar zich toe te trekken en om de democratische macht die hij had verworven uiteindelijk om te zetten in een totalitaire macht. Dat ging er gluiperig en eng aan toe. Hitlers partij haalde dertig zetels in de Rijksdag toen ze in 1924 voor het eerst meededen. Dat daalde bij de vele Duitse verkiezingen door de vele crises steeds een beetje. In 1928 hadden de bruinhemden er nog maar twaalf over. Toen de economische crisis van 1929 ook in Duitsland voelbaar werd, haalde de NSDAP al 107 zetels en in 1932 waren dat er 280. Gewoon, zonder druk en helemaal democratisch behaald.
Duitsland was uiteindelijk zo bang voor communisten in de regering dat Rijkspresident Paul von Hinderburg (die een onwaarschijnlijke hekel had aan Hitler) hem in 1933 toch Rijkskanselier maakte. Toen Von Hindenburg in 1934 stierf benoemde de kleine korporaal zichzelf maar tot president en kanselier tegelijk en werd de rol van het parlement langzaam maar zeker steeds meer uitgehold. Tegenstanders werden vermoord of in kampen gestopt. De vrije pers bestond niet meer en toen Hitler zichzelf in 1938 ook het opperbevel van het leger toe-eigende was de missie voltooit. En dat allemaal voor de feitelijke oorlog.
Ik ga hier geen parallellen trekken tussen toen en nu. Het enige dat ik hoop is dat alle gekozen ambtsdragers in dit land zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid. Het lijntje is zo dun...
Stuur dit bericht door!
|