
Klik hier voor een vergrotingTijdens het maken van nachtfoto's in Boedapest en Krakow merk ik dat er in die steden mensen zijn die het niet zo nauw nemen met hun slaapplaats. In een park in Krakow betrap ik zelfs een familie van minstens drie generaties.
Ik loop door een park in het centrum van de stad. Krakow heeft veel verrassingen, de eenvoudigste plekken kunnen de mooiste foto's opleveren. Ik richt m'n lens op een paar oplichtende berkenbomen, in een van de parken. Opeens hoor ik een baby zacht huilen, terwijl er geen huis in de buurt is. Ik kijk in de richting van het geluid. Het is het donkere deel van het park.
Als mijn ogen aan het donker gewend zijn, zie ik een grote groep mensen. Ze liggen in slaapzakken op de grond, en twee mensen lopen weg van de groep. Ik herken een vrouw die haar baby vast houdt. Haar man staat erbij. Hij loodst haar met de baby van de groep weg, zodat de familie kan slapen. Het zijn dezelfde mensen die ik overdag in het centrum heb zien bedelen. Alleen nu zijn het niet alleen de ouderen en kinderen, maar is de familie compleet.
Een andere nacht sta ik te fotograferen en hoor plotseling een zware ademhaling. M'n film is nog niet goed belicht, dus ik moet nog een paar minuten wachten. In het donker zie ik een bankje met daarop iets dat op een mens lijkt. Een zware dreun verraadt dat hij op hardhandige wijze een verdieping lager is gaan liggen, en het gesnurk dat hij daar gewoon door slaapt.
Op de foto het tochtige deel van de oude Lubrofabriek. Het is de bedoeling dat de Gamma zich er gaat vestigen. Verderop in het pand, of wat er van over is, zijn sporen van andere bezoekers. In de voormalige hal veel graffiti. Verderop, in het trappenhuis zie ik een knus hoekje onder de trap. Er ligt een matras en er zijn andere sporen van bewoning. Echt verbaasd ben ik niet. Ik heb wel vaker in verlaten gebouwen gefotografeerd, en gezien dat daar vaak mensen overnachten.
Ik ben wel verbaasd als ik net die week een artikel in het UN/AD lees over twee veldwerkers van het Centrum Maliebaan. Zij zoeken in de stad op plekken waar veel (Oost-Europese) daklozen zitten, om te kijken of ze hulp nodig hebben. Zij ontdekten in op de eerste verdieping nog meer tekenen van bewoning, waarschijnlijk afkomstig van Roemenen. Mijn verbazing geldt niet zozeer de twee veldwerkers, maar ik ben verbaasd dat ik zelf de trap naar de eerste verdieping niet heb kunnen vinden.