Utrecht was tot voor kort een zondagskind. Dat beeld kwam in me op toen ik de rapportage las over de gemeentelijke organisatie die vorige week openbaar is gemaakt.
Het kwam Utrecht wel aanwaaien, schrijven de adviseurs van Lysias Advies die de rapportage hebben opgesteld. De heersende overtuiging is dat het allemaal wel goed komt. Een groot dorp noemen ze Utrecht, voorzichtig, behoudend.
Maar de zonnige dagen zijn voorbij. Donkere wolken pakken zich samen aan de Utrechtse horizon. Alle onheil lijkt nu tegelijkertijd te komen: economische crisis, forse bezuinigingen van het Rijk, tegenvallende grondopbrengsten en, want daar gaat het rapport over, een slecht functionerende gemeentelijke organisatie die financieel niet ‘in control’ is.
Gelukkig is de redding nabij. Op dit moment worden er gesprekken gevoerd met kandidaten voor de functie van gemeentesecretaris, zeg maar de algemeen directeur van de gemeentelijke organisatie. De vorige gemeentesecretaris is in februari vertrokken omdat hij niet naar behoren functioneerde.
De nieuwe gemeentesecretaris moet een alleskunner zijn: een verandermanager die de boel weer op de rails zet, een ‘peoplemanager’ die ervoor zorgt dat de directeuren elkaar binnen de concerndirectie niet de tent uitvechten, financieel onderlegd met belangstelling voor ict, enzovoorts, enzovoorts.
En vervolgens is het aan het college, en meer in het bijzonder wethouder Kreijkamp van personeel, om ervoor te zorgen dat de nieuwe gemeentesecretaris ook de bevoegdheden krijgt die bij zijn rol horen. Want anders wacht de nieuwe gemeentesecretaris hetzelfde lot als zijn voorganger die in de rapportage van Lysias Advies wordt omschreven als een koning zonder land.
Mario Gibbels